Artikel: Slaven in de DDR
In de jaren tachtig werden 16.000 Mozambikaanse mannen en vrouwen als gastarbeiders naar de DDR gestuurd. Een groot deel van hun loon werd ingehouden en zou hen bij terugkomst ter beschikking staan. Dat liep echter anders.
Dit artikel werd in februari 2015 gepubliceerd in de VPRO Gids. Ik reisde hiervoor samen met radiomaakster Laura Stek naar Mozambique. Voor het geschiedenisprogramma OVT (VPRO) maakte zij een radioreportage.
Foto: Ilda Melembe in Berlijn, 1990 (© privé-archief Ilda Melembe)
Slaven in de DRR
In de jaren tachtig werden 16.000 Mozambikaanse mannen en vrouwen als gastarbeiders naar de DDR gestuurd. Een groot deel van hun loon werd ingehouden en zou hen bij terugkomst ter beschikking staan. Dat liep echter anders.
Als je op een woensdag in de Mozambikaanse hoofdstad Maputo bent, kan je ze tegenkomen: een groep woedende demonstranten met Duitse vlaggen. Zingend, dansend en scheldend bewegen zij zich door de straten. Dit zijn de Madgermanes, Mozambikanen die ooit in de DDR werkten. Al 25 jaar strijden zij tegen hun regering. Het gaat om valse beloftes, dromen die niet uitkwamen, maar vooral om geld. Veel geld.
Johannes José - 45 jaar - wacht al ruim twee decennia. Hij hoopt dat de regering op een dag het geld teruggeeft dat hij in de jaren tachtig verdiende in de DDR. In de tussentijd zit hij hier elke dag op een houten bankje in de “Jardim dos Madgermanes”. Dat is niet de formele naam van het park, maar iedereen noemt het zo. Het is namelijk het onofficiële hoofdkwartier van de Madgermanes. Al sinds 1992 bezetten zij het park.
Aan een geïmproviseerde vlaggenmast wappert een DDR vlag. José en zijn ‘collega’s’ – zo noemen ze elkaar – zorgen ervoor dat deze elke dag wordt gehesen, als symbool van hun strijd.
Madgermanes betekent zoveel als ‘zij, die in Duitsland waren.’ In de jaren tachtig werden zo’n 16.000 jonge Mozambikaanse mannen en vrouwen, waaronder José en zijn collega’s, naar de DDR gestuurd. Daar zouden ze een opleiding krijgen en werkervaring opdoen. Met deze kennis zouden ze vervolgens de economie van Mozambique versterken.
Tekst loopt door onder afbeelding.
Vertragsarbeiter
De marxistisch georiënteerde vrijheidsbeweging FRELIMO kwam in 1975 in Mozambique aan de macht. Na een bittere strijd met de Portugese overheersers was het land weliswaar onafhankelijk, maar lag het in puin. De nieuwe president Samora Machel keerde zich tot socialistische broederstaten voor hulp. Een ‘vriendschaps- en samenwerkingsverdrag’ met de DDR leidde tot de opleidingsmissie. Het idee daarachter was: werkkrachten voor de DDR en kennis voor Mozambique.
Vier jaar lang werkte José in een bruinkoolfabriek in Cottbus. Hij spreekt nog aardig Duits. ‘Ja, ik heb daar wel wat scholing gehad, maar niet veel,’ zegt hij. Net als bij veel van zijn landgenoten, verdween de opleiding al snel naar de achtergrond. De Mozambikanen waren vooral welkome arbeidskrachten in de vele fabrieken. Een groot deel van hun loon – soms tot wel zestig procent - werd ingehouden en zou hen bij terugkomst als startkapitaal ter beschikking staan, zo werd hen verteld. Dat liep echter anders.
‘Wo ist unser Geld’ is misschien wel de meest gehoorde zin hier in het rommelige park van de Madgermanes. Niemand heeft ooit een cent gezien. Bij sommigen werden zelfs alle papieren afgepakt bij aankomst op het vliegveld in Mozambique. Daarmee verloren ze het bewijs van hun werkzaamheden in de DDR.
Mozambique had hoge schulden bij de DDR, die het Afrikaanse land had voorzien van dure machines en andere industriële goederen. Zonder het te weten betaalden de Mozambikaanse ‘Vertragsarbeiders’ - zoals ze formeel heetten - de schulden van hun thuisland af. Volgens officiële schattingen gaat het om 74,7 miljoen dollar loon en 18,6 miljoen dollar verzekeringsgeld dat van de arbeiders is afgenomen.
Wohnheim
‘In deze flat woonde ik met zes andere meisjes,’ vertelt Ilda Melembe (46 jaar), wijzend op een oude foto waarop ze met een jongen in het gras hurkt. (Bovenaan pagina). Op de achtergrond zijn grijze betonnen flats te zien. Ze woonde in Berlijn, in de Ho-Chi-Minh-Straße (nu de Weißenseer Weg) en werkte in een televisiefabriek. Ze was 19 jaar toen ze naar de DDR vertrok. ‘M’n familie achterlaten was niet leuk, maar daar wende je aan,’ zegt ze.
Op een andere foto is ze te zien in een hippe jaren tachtig outfit. Een feestje in haar Wohnheim. Ze had het goed. Terwijl thuis een burgeroorlog woedde, had zij werk, eten en onderdak.
Melembe komt zo vaak ze kan hier naar het park. Zelfs al kost de bus haar tien Meticais (0,25 cent), wat voor haar veel geld is, en heeft ze geen werk. ‘Onze leider zegt dat het belangrijk is dat we hier zijn, want we willen ons geld.’
Die leider is Jose Cossa. Op deze woensdagmiddag staat hij midden in een groep van ruim honderd mannen en vrouwen. Hij torent minstens een kop boven iedereen uit. Met felle blik en grote armbewegingen spreekt hij de groep toe. Hij heeft het over Angela Merkel, die haar verantwoordelijkheid moet nemen. Over FRELIMO, de huidige regeringspartij, die het geld stal. En dat die partij zal weten dat de Madgermanes doorvechten.
Cossa is een indrukwekkende, charismatische man met intelligente ogen, rauwe stem en een politieke missie. ‘Wij, een kleine groep Mozambikanen, hebben die schulden voor heel het land afbetaald. Waarom? Waren wij zo bijzonder of waren wij gewoonweg slaven?’ zegt hij boos.
Tekst loopt door onder afbeelding.
Hij staat aan het hoofd van de Madgermanes organisatie, voluit de “associatie van voormalige Mozambikaanse arbeiders in Duitsland”. ‘De Madgermanes zijn actief sinds 1990, maar sinds 2006 zijn we een officiële vereniging met registratie en leden,’ legt hij uit.
Ze zijn een van de meest actieve protestgroepen in Mozambique. Ze demonstreren elke week, bestormden al eens het parlement, bekogelden de vorige president met droog brood en bezetten de Duitse ambassade. Bij de regeringspartij FRELIMO zijn ze niet geliefd. Afgelopen weekend bracht Cossa voor de zoveelste keer een paar dagen door in de gevangenis. ‘Onzin,’ zegt hij. ‘Ze pakken me op zonder goede reden.’
Karl-Marx-Stadt
FRELIMO is sinds de Mozambikaanse onafhankelijkheid de regerende partij. Voor de Madgermanes is het daarmee de partij die hen met valse beloftes naar Duitsland stuurde en hun geld stal. In aanvaringen met de politie kwamen twee Madgermanes om het leven, in 2003 en 2012. Dat verhardde de strijd.
‘FRELIMO, waarom vermoord je ons.’ Melembe neuriet een van hun marsliederen. ‘Politie, waarom vermoord je ons. We willen alleen ons geld. Geef ons wat van ons is. We werkten in Duitsland en kwamen terug naar huis,’ zingt ze in het Portugees.
Melembe woont ruim een half uur rijden vanuit de binnenstad. Hier zijn geen brede boulevards, maar smalle en stoffige straten. In haar kleine huisje – betonnen vloer, betonnen muren – staan de enkele meubels dicht op elkaar. Een Duitse vlag hangt in de deuropening. In de kast staan glazen uit DDR-tijd. Trots laat ze die zien. “Karl-Marx-Stadt” staat erop.
Ze spreekt redelijk Engels, een beetje Duits en ze heeft werkervaring in het buitenland. Een goed CV zou je denken. ‘Maar niet in Mozambique,’ legt ze uit. ‘De meeste mensen houden juist geheim dat ze Madgerman zijn.’ Ze had een tijdje een baan. ‘Maar iemand verklapte aan de baas dat ik in Duitsland ben geweest. Toen ben ik ontslagen.’
Het is het gevolg van de strijd tussen het regerende FRELIMO en de Madgermanes, legt Cossa uit. Ook hij raakte zijn baan kwijt.
In Maputo zijn zo’n 5000 Madgermanes, schat hij. Enkele honderden daarvan zijn actief in de strijd. Dat waren er vroeger meer. Zijn collega Johannes José zegt: ‘velen zijn doorgegaan met hun leven. Ze hadden geen geduld meer. We wachten al zo lang.’
Sangerhausen
Toen in 1989 de Berlijnse muur viel gingen veel bedrijven in de DDR failliet. Omdat er geen werk meer voor hen was, werden de meeste Mozambikanen huiswaarts gestuurd. Het kapitalisme had daar ook zijn intrede gedaan en in 1990 nam de regering officieel afstand van het marxisme-leninisme. De terugkerende Mozambikanen wachtte geen prettige thuiskomst. De bloedige burgeroorlog, die sinds 1976 tussen het regerende FRELIMO en de anti-communistische organisatie RENAMO woedde, had het land geruïneerd.
Nog steeds is Mozambique een van de tien armste landen ter wereld. De levensverwachting is er laag (52,6 jaar) en volgens officiële schattingen leeft bijna de helft van de bevolking onder de nationale armoedegrens van 0.65 dollar (18 Meticais) per dag.
‘Ik heb niets,’ zegt Albino Fernando Tsunga (45 jaar), en wijst op zijn vieze voeten in slippers en vale kleren. ‘Dit is alles.’ Er was een tijd dat hij een baan, een huis en een toekomst had. Dat was eind jaren tachtig, toen hij in het Duitse Sangerhausen werkte. Nu leeft hij op de straten van Maputo.
Het is ook de herinnering aan betere tijden die het leven hier moeilijk maakt. ‘Alles was daar goed,’ zegt Tsunga. ‘Hier lijden we. Soms lijkt het alsof ik nooit in Duitsland ben geweest.’ Hij duikt ineen. Huilend zegt hij, ‘nu leef ik als een hond op straat.’
Ostalgie
Het DDR-avontuur was voor de Mozambikanen een opeenvolging van teleurstellingen. Van de beloofde opleiding kwam weinig terecht. Ze moesten eerder terug dan verwacht en bij thuiskomst bleek er geen geld en geen werk te zijn. Zij werden niet, zoals ze hoopten, de nieuwe elite van Mozambique.
De DDR memorabilia van de Madgermanes worden soms versleten voor een soort Afrikaanse Ostalgie, een terugverlangen naar DDR-tijd. Maar voor hen zijn het slechts symbolen van hun strijd. ‘Alle referentie aan Duitsland of de DDR betekent: wij willen ons geld,’ zegt Cossa.
‘We vechten al 25 jaar, maar hebben alleen verloren.’ Hij kijkt op z’n horloge. ‘Het is tien over twee. Precies 25 jaar geleden, om tien over twee, was alles precies hetzelfde.’