Kleurrijke tapijten van paperclips, wasknijpers of rietjes: de kunstwerken van WE MAKE CARPETS reizen de hele wereld over. "Het is een herwaardering van materialen die zijn gemaakt om weg te gooien."
In 2014 verscheen Kneeling. 5 Years of Making Carpets, het jubileumboek van WE MAKE CARPETS. Dit kunstenaarscollectief bestaat uit ontwerpers Marcia Nolte, Stijn van der Vleuten en beeldend kunstenaar Bob Waardenburg. Voor dit boek schreef ik een inleiding over hun werk.
Achter het tapijt
WE MAKE CARPETS maakt geen tapijten. Tenminste, geen tapijten om overheen te lopen. Al liep een bezoeker vol over Fork Carpet tijdens de Dutch Design Week in 2010.
De tapijten zijn ook niet geschikt om aan te raken. Maar dat gebeurt soms toch. Zo zat er plots een vingerafdruk in ‘Muisjes’ Carpet. En nam een bezoeker een hap uit Candybar Carpet.
Maar alles vastplakken of een hek eromheen zetten? Nee. Dat past niet bij het werk. Van een afstand lijkt het een tapijt, maar je moet dichterbij kunnen komen om te zien dat het knijpers zijn. Of een ander gebruiksvoorwerp.
Dutch Design Week
Het is vrijdagmiddag. Bob, Marcia en Stijn werken aan hun nieuwste tapijt - Led Carpet - in hun Amsterdamse studio. Er zijn biertjes. Bob hanteert een soldeerbout. Marcia en Stijn buigen ijzerdraadjes.
De drie maakten hun eerste tapijt in 2009. Ze werkten mee aan de tentoonstelling ‘Instant Nature’ tijdens de Dutch Design Week. In het bos verzamelden ze dennenappels en -naalden. Dat werd Forest Carpet. De vorm beviel en er volgden zes tapijten om de samenwerking verder te ontwikkelen. ‘Er was nooit een vooropgezet plan, zo van “wij gaan nu met z’n drieën tapijten maken”. Dat ging vanzelf. Tegelijkertijd voelden we dat het ergens heen kon gaan.’
Tekst loopt door onder foto.
Zo ontstaan ook de tapijten: natuurlijk. Er is geen ontwerp. Het materiaal, de locatie en grootte staan vast, maar verder werken ze intuïtief. Wie zin heeft begint. In het midden. Dan volgen lange dagen op de knieën of in andere ongemakkelijke houdingen. Vaak tot diep in de nacht. ‘Het heeft iets meditatiefs. We werken als eenheid, altijd met z’n drieën en nemen nauwelijks pauzes.’
Vrachtwagens
Die werkwijze eist soms zijn tol. Brick Carpet was hun eerste betaalde opdracht. Het was een groot buitenwerk van twintig bij dertig meter. Er arriveerden twee vrachtwagens vol bakstenen. ‘Dat storten was echt gaaf.’ Maar de zes dagen van sorteren en leggen die volgden, bezorgden Marcia een peesontsteking. ‘Mijn polsen kraakten. Letterlijk.’
‘Dat lichamelijke is wel een ding,’ vertellen ze. Die grote werken zijn zwaar, maar de kleine misschien wel heftiger. Marcia: ‘Dan staat je hele lichaam onder spanning. Ik werkte aan ‘Muisjes’ Carpet, een piepklein tapijtje. We hadden er al een aantal dagen op zitten. Ik weet niet meer precies wat er gebeurde, waarschijnlijk stootte ik iets aan. Dat was de druppel. Ik riep “ik kan niet meer”, en zakte door m’n benen.’
Die arbeid hoort erbij. Het is zelfs een voorwaarde, leggen ze uit. ‘Elk tapijt is symmetrisch. Er zit een patroon in. Dat moet je neerleggen en dat kost tijd.’ Bovendien is het juist die arbeid en de kwetsbaarheid van de werken die vragen oproept bij de bezoeker. Hebben jullie dat allemaal neergelegd? Hoe lang doen jullie daar nou over? Hoeveel zijn het er eigenlijk? Kun je er eroverheen lopen?
Die verbazing gaat over het materiaal. En daar draait het om bij WE MAKE CARPETS. ‘We willen dat mensen opnieuw naar die producten kijken. Dat ze bewust worden van de schoonheid ervan. Je koopt een paperclip niet omdat die mooi is, maar dat is die wel.’
Het collectief deelt die fascinatie voor dagelijkse archetypische producten. ‘We houden van vorm. Van eenvoud. We zijn alle drie niet expressionistisch in onze manier van werken, misschien is dat wat ons bindt.’
Tekst loopt door onder foto.
Sleutelend aan Led Carpet staan ze bijna tegen elkaar aan, maar zitten elkaar geen moment in de weg. Er zit een natuurlijke vanzelfsprekendheid in hun samenwerking. Haast zonder te communiceren verplaatsen Stijn en Marcia de wirwar aan lampjes en draadjes. Bob sluit de elektriciteit aan. Het tapijt werkt.
Pasta
WE MAKE CARPETS is meer dan de som der delen. De synergie van het drietal is opvallend. Zoals ze werken, zo praten ze ook. Zinnen worden halverwege door een ander aangevuld. Neemt Bob een zijweg in het gesprek, dan komt Stijn weer terug op het originele onderwerp. Samen vormen ze hun antwoorden.
Bob: ‘Ons werk gaat over superelementair design. Het gaat over voorwerpen die iedereen gebruikt, zoals knijpers en ledjes, maar waar niet meer over wordt nagedacht. Waarom ziet dat er zo uit?’ Stijn vult aan: ‘Het is eigenlijk een herwaardering van materialen die zijn gemaakt om weg te gooien.’ Later zegt Marcia: ‘Het gaat ons puur om de vorm. Het is heel minimalistisch.’
In de handen van het collectief krijgen gebruiksvoorwerpen een nieuwe waarde. Pasta is geen pasta meer. ‘Het is ons materiaal,’ benadrukken ze. Dat is leidend. Werk je met knijpers? Dan krijg je een ruit. Zijn er meer gele dan groene frietvorkjes? Dan bepaalt dat het patroon.
Het brengt het drietal in vreemde gesprekken met leveranciers. Kun je die feesthoedjes niet in het blauw, maar in zilver leveren? Is de binnenkant van die serpentine ook gekleurd? ‘Dan hoor je zo’n man denken “wat maakt dat nou uit? Wat voor feestje geven die mensen?”’
WE MAKE CARPETS houdt van die materialen. ‘We willen vieren dat die producten bestaan.’